Israël als herstelplan (Deel 2)
In het vorige deel spraken we over twee soorten van heerschappij. De heerschappij gebaseerd op “leven” en de heerschappij gebaseerd op de “kennis van goed en kwaad”. De laatste soort is degene die we vandaag de dag overal in de wereld zien. Het is het soort dat de standaard voor deze wereld is geworden voor “heerschappij”. In het vorige deel toonde ik dat het Gods bedoeling was dat we heerschappij zouden hebben op basis van het leven. Vanwege de zonde kwam daar verandering in en werd de kennis van goed en kwaad aan de mensheid toegevoegd. Om deze reden had de mens niet langer toegang tot de boom des leven (Genesis 3:22-24). Het originele plan van God had alleen het leven als basis om de mens heerschappij te laten hebben over de aarde. Maar nu dat zonde in de wereld was gekomen moest dat plan veranderen en moest de kennis van goed en kwaad betrokken worden in het meesterplan. Vanaf dat moment hoorde oordelen bij regeren.
Zoals we kunnen zien in het Woord van God is er eigenlijk maar één oplossing om met zonde af te rekenen, wanneer er geen Goddelijke tussenkomst is. Dat voorbeeld werd heel duidelijk in het verhaal van Noach. Daar waar de eerste twee hoofdstukken een wereld zonder zonde beschreven, was de zonde in het zesde hoofdstuk al dermate toegenomen dat het God speet dat Hij de aarde en de mensheid had geschapen. In die dagen waren er manifestaties van wat omschreven word als de “zonen van de Elohim”, geestelijke wezens met fysieke lichamen, die seks hadden met vrouwen. We weten allemaal hoe dat gedeelte van de mensheid ten einde kwam: door de zondvloed. Het was de meest radicale wijze om met het probleem van de zonde af te rekenen, en ook de laatste keer, zoals God aan Noach beloofd heeft.
Om een plan te hebben dat zou werken, had God mensen nodig die in de bres konden staan voor Hem, namens de mensheid. Om dat doel te bereiken had Hij speciale mensen nodig, een speciale natie. Mensen die waren geroepen, uitverkozen (niet te verwarren met democratie). Deze groep mensen hebben zichzelf nooit gekozen, zij waren gekozen. Het initiatief kwam van God, niet van mensen. Het begon bij Abraham en het gaat door tot aan de dag van vandaag, hoewel er onderweg wel wat dingen zijn gewijzigd.
Wanneer u heerschappij moet hebben op basis van de kennis van goed en kwaad, dan heeft u een standaard nodig om te weten wat goed en wat kwaad is en om misleiding te voorkomen. Dat klinkt een beetje vreemd, aangezien Adam en Eva die kennis hadden ontvangen toen zij van de verboden vrucht aten. Zelfs God zei het.
Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad.
Genesis 3:22a
Waarom was er dan een standaard nodig? In het begin kon satan er nog van profiteren dat Adam en Eva, en door hun de mensheid, de kennis van goed en kwaad zouden ontvangen. Dat was de enige manier waarop hij hen kon laten zondigen, door hen te laten eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Maar zodra dat gebeurd was begon diezelfde kennis tegen hem te werken. Die kennis kon hem altijd en overal ontmaskeren. Dus begon hij vanaf dat moment de waarheid te bedekken met allerlei soorten verdraaiingen. Het feit dat de wet nodig was bewijst dat. En het was die wet die God gaf aan Zijn volk als Zijn standaard. In het proces van groeien naar geestelijke volwassenheid moeten we weten wat Gods standaard is en moeten we in staat zijn om alles wat onderwezen word te toetsen en vergelijken met die standaard. Alles wat afwijkt, ook al is het maar een beetje, is een leugen.
De basistaak is om te oordelen wat waarheid en wat leugen is. Op het moment dat een oordeel is gedaan, en de waarheid als waar is beoordeeld, dan is de volgende stap dat God ons daarop beproeft. Dat kunnen we al zien in het boek Exodus, toen God het volk Israël inzettingen en verordeningen gaf, maar voordat Mozes de geboden had ontvangen.
Daar gaf Hij hun inzettingen en verordeningen en daar stelde Hij hen op de proef, terwijl hij zeide: Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; want Ik, de Here, ben uw Heelmeester.
Exodus 15:25-26
Het doel van het geven van Zijn inzettingen, verordeningen en geboden aan het volk Israël was om de hele wereld te bereiken, de gehele mensheid. Wanneer u een priester bent, dan bent u dat altijd voor iemand anders. De taak van een priester was om anderen te (be)dienen namens God. Als priester bent u de vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Hemelen. Dat is nooit een taak die op uzelf is gericht, maar altijd ten behoeve van iemand anders. In de volgende verzen wordt heel duidelijk wat Gods doel was en is voor het volk Israël.
Zó zult gij zeggen tot het huis van Jakob en meedelen aan de Israëlieten: gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb. Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij. En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult.
Exodus 19:3-6
Want elke hogepriester, die uit de mensen genomen wordt, treedt voor de mensen op bij God, om gaven en offers te brengen voor de zonden.
Hebreeën 5:1
Dus als God wilde dat het volk Israël een koninkrijk van priesters zou worden, en als een priester er altijd ten behoeve van iemand anders is, voor wie zouden zij dan priesters moeten zijn? Voor de rest van de wereld! Ja, dat betekend dat God wilde dat alle twaalf stammen priesters zouden worden. Het originele plan van God was om alle twaalf stammen priesters te maken naar de ordening van Melchisedek.
Melchisedek was een priester die aan Abraham verscheen, de eerste priester die in de Bijbel vermeld wordt (Genesis 14:18). Een priester “zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld” (Hebreeën 7:3). Hij werd “koning der gerechtigheid” en “koning des vredes” genoemd (Hebreeën 7:2). Hij was de blauwdruk van het soort priesterschap dat God voor Zijn volk bedoelt had. Zijn priesterschap bestond uit twee dingen: heerschappij en verzoening. Het is het perfecte beeld van Jezus Christus, Die onze Hogepriester is, naar de ordening van Melchisedek (Hebreeën 6:20).
Het karakter van God is om te redden, te herstellen, te genezen en te bevrijden. Alles wat Hij doet komt uit die motivatie voort. En die motivatie is samen te vatten in één woord: liefde. Dus toen God zei dat Hij het volk Israël als een koninkrijk van priesters wilde gebruiken, wilde Hij Zich daarmee uitstrekken naar een wereld in nood. Een wereld die verzoening nodig had. Een wereld die herstel nodig had van alle schade die de zonde ons gebracht had. Hij wilde gerechtigheid en vrede herstellen op deze aarde, aan ons als mensheid. Hij wilde dat wij onze intieme relatie met Hem weer terug zouden krijgen, alsmede onze heerschappij over de aarde. Maar het verhaal kreeg een andere wending. In plaats dat alle twaalf stammen priesters werden, werden alleen de mensen van de stam Levi priester. In plaats van een priesterschap naar de ordening van Melchisedek (heerschappij en verzoening), werden zij priester naar de ordening van Aaron (verzoening).
Was God verbaasd dat Zijn plan niet werkte? Natuurlijk niet. Zoals ik in het vorige deel al aangaf kent God alle te nemen stappen op voorhand al en valt Hij niet om van verbazing. Ja, Hij wist op voorhand al dat dit niet toereikend zou zijn. Maar waarom dan toch proberen? Ik weet niet hoe u dit ziet, maar het blijft me verbazen dat God al deze dingen probeert, terwijl Hij weet dat het niet gaat werken. Of zou Hij wellicht een punt willen maken? Wanneer we naar het plan kijken, dan moeten we concluderen dat het plan perfect is. Dus vanuit Gods perspectief is alles in perfecte staat. Maar dan wordt de menselijke factor toegevoegd en opeens is het plan niet langer toereikend. Waarom? Vanwege de staat van de mensheid. Wat er nodig was was een perfect en onschuldig priesterschap om het plan te laten werken. Maar ieder mens wordt in het vlees geboren, met een extreem verlangen om te zondigen, waarvoor de gehele mensheid is gevallen. Wat er over was was het priesterschap van Aaron, van de stam Levi. Maar zij waren niet langer op de wereld gericht, maar waren maar al te druk om verzoening te brengen voor het volk van Israël zelf.
Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had, immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen – waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aäron is? Want uit een verandering van priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet. Want Hij, van wie aldus wordt gesproken, heeft behoord tot een andere stam, waaruit niemand met het altaar te doen had.
Hebreeën 7:11-13
Wat er nodig was was een permanente oplossing voor zonde. Er was en is geen enkele oplossing, waar menselijke tussenkomst bij betrokken is, die in staat was of is om dat te doen. Het verderf had al ingezet en om alles te herstellen naar de staat zoals God het bedoelt had was er een Goddelijke tussenkomst nodig. Alleen een Goddelijke tussenkomst zou in staat zijn om de effecten van zonde teniet te doen en om alles in perfecte staat te herstellen. Iedere menselijke tussenkomst zou dat plan ruineren, vanwege onze zondige staat. Ik geloof dat God inderdaad een punt wilde maken. Het punt dat wij dit probleem hebben gecreëerd, maar dat we niet in staat zijn om dit zelf op te lossen. Ik geloof dat Hij wilde dat wij zouden zien en begrijpen hoezeer wij Hem nodig hebben en afhankelijk van Hem moeten zijn, zonder welke wij hopeloos verloren zijn.
Ongeacht hoe we er ook naar kijken, wij hebben Jezus Christus nodig. Wij hebben Zijn ingrijpen nodig. Hij werd in het vlees geboren, blootgesteld aan dezelfde verlangens om te zondigen, maar is er nooit voor gevallen. Wanneer we de hele Bijbel lezen, dan zien we een enorm en bijzonder plan ontvouwen. Een Goddelijk plan van redding, herstel, genezing en bevrijding van de mensheid, voor hen die ervoor kiezen van Hem te willen zijn. Vanaf het begin, direct nadat zonde in de wereld kwam, begon God al met Zijn perfecte plan om alle dingen perfect en nieuw te maken. Het spreekt van Gods onmiskenbare liefde voor ons.