Zoals het de gemeente vergaat, zo vergaat het de natie (Deel 5)
Zoals u in de vorige delen heeft kunnen lezen zijn wij de geroepenen, de gekozenen, de uitverkozenen, om te regeren. Als u de vorige delen nog niet heeft gelezen, dan wil ik u aanmoedigen om dit alsnog te doen, om een helder beeld te krijgen van waarom wij zijn geroepen om te regeren en om deze studie beter te begrijpen. Voor hen die de voorgaande studies wel hebben gelezen, laten we beginnen ons geheugen op te frissen met wat Jezus zei over onze autoriteit.
Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen.
Lucas 10:19
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.
Marcus 16:15-18
Zoals ik ook in diverse andere studies heb vermeld, loopt de geestelijke wereld parallel aan de natuurlijke wereld. Wat we zien gebeuren in de natuurlijke wereld is wat wij beschouwen als onze ‘realiteit’. Maar dat is echter niet onze realiteit. Het is een afspiegeling van de geestelijke realiteit. Iemand zei ooit dat de geestelijke wereld meer reëel is dan wat wij zien in het natuurlijke. Daar ben ik het mee eens. Alle dingen worden eerst gevestigd in de geest. Wanneer ze gevestigd zijn, dan zal die realiteit zichtbaar worden in het natuurlijke. We weten dat God Geest is en dat Hij beweegt in de geestelijke wereld, niet in de natuurlijke wereld. Wanneer we zouden moeten omschrijven wat dat is, dan zou u dat een beetje kunnen vergelijken met een andere dimensie. Die wereld is niet veraf, maar is onder ons. Zeer reëel en zeer effectief. Naast dat het onder ons is is het ook (ver) boven ons. Het strekt zich uit van hier tot in de hemelse gewesten.
Toen God de hemelen en de aarde schiep, toen was Hij werkelijk in de geestelijke plaatsen. Toen Hij sprak en leven creëerde, toen vestigde Hij dit in de geestelijke wereld. Het resultaat daarvan werd zichtbaar in het natuurlijke. Dat is de enige juiste volgorde. Wij kunnen niets vestigen in de natuurlijke wereld dat effectief is in de geestelijke wereld. Wanneer we iets effectief willen doen, dan moeten we geestelijk denken en handelen. Het is in deze plaatsen dat Jezus Christus ons autoriteit gaf, zoals vermeld in Lukas 10:19.
De autoriteit die Jezus ons gegeven heeft is ons gegeven op persoonlijk niveau en op het niveau van de Ecclesia, het regerende lichaam van Christus. Dat betekend dat we ook de verantwoording hebben voor onze natie. In iedere natie waar de Regerende Gemeente is gevestigd (de volgelingen van Jezus Christus), daar zal God ons verantwoordelijk houden voor alles wat er gebeurd in de natie. Ieder van ons zal voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen en uit moeten leggen hoe we die verantwoordelijkheid gebruikt hebben.
Van een ieder, wie veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd.
Lukas 12:48
Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
2 Corinthiërs 5:10
Dit mogen we niet lichtvaardig opnemen. Er staan zielen op het spel. Wij zijn verantwoordelijk. Wanneer we kijken naar het verzet, zoals omschreven in het Woord, dan zien we een krachteloze vijand. Zijn doel is om te stelen, te vermoorden en te vernietigen, maar God maakte hem krachteloos. Dat deed Hij door zijn naam en identiteit weg te nemen (Ezechiël 28:19). Maar waarom is hij dan toch zo machtig geworden? Hoe komt hij aan die macht? Dat is door ons. Hij observeert ons, geeft ons gedachten en probeert ons te laten zondigen.
In het allereerste begin hadden Adam en Eva alle autoriteit over de aarde. Door te zondigen waren zij niet langer in lijn met het Woord van God. Door de gehoorzamen aan het woord van satan, waren zij in lijn zijn woorden en onderworpen aan hem. Dat is waar hij in staat was om rechtmatige autoriteit toe te eigenen, door het Adam en Eva te ontnemen vanwege hun zonde. Vandaag de dag werkt dat precies hetzelfde. Jezus heeft ons alle autoriteit over de vijand gegeven. De enige manier om aan hem, of aan één van zijn dienaren, onderworpen te worden, en onze autoriteit te verliezen, is door toe te geven aan zonde. Maar in deze tijd betekend dat iets anders dan in het begin.
In het begin was God gehoorzamen puur “doen wat Hij zegt”. Dus het enige wat satan hoefde te doen om mensen aan hem te onderwerpen, was om ze iets te laten doen dat inging tegen wat God gezegd had. Dat is hoe makkelijk het was. Toen Jezus kwam ging Hij veel verder. Alleen daden waren niet langer genoeg en deze werden alleen de vrucht van iets dat nog veel belangrijker is: het hart. Toen Jezus zei dat wij ons moeten bekeren, bedoelde hij niet alleen dat we onze daden moeten veranderen. Het is mogelijk daden te veranderen, als u dat kunt, terwijl het hart onveranderd blijft. In Gods ogen bent u dan nog steeds een zondaar. Bekering betekend het hebben van een verandering in uw hart, het veranderen van onze manier van denken. Jezus zei dat het hart de plaats is waar alle zondes worden geproduceerd, dus dat is de plaats waar de verandering moet plaatsvinden. Dat betekend dat satan zich nu op ons hart zal moeten richten om ons te laten zondigen en om autoriteit te verkrijgen. Onze daden laten slechts zien welke vruchten er in ons hart leven.
Het doen van een zondige daad geeft hem niet onmiddellijk macht meer. In die gevallen kunnen we onze zonde belijden en worden we door Gods genade vergeven. Geen plaats meer voor de duivel. Maar door zonde toe te staan om door te gaan, betekend dat dat we het toegang geven tot ons hart. Dat geeft hem wel legale grond en autoriteit. Als we doorgaan met diezelfde zonde, dan verliezen we onze vrijheid op dat gebeid en de vrijheid om ermee te kunnen stoppen. In dat geval worden we erdoor gebonden en verkrijgt satan’s leger macht. Is satan werkelijk machteloos wanneer hij geen gebieden in ons leven kan vinden waar hij ons kan verleiden tot zonde? Ten eerste, Jezus heeft ons alle autoriteit over de vijand gegeven. Dus ja, hij is machteloos tegenover ons, tenzij wij hem macht geven.
Ezechiël 28:19 is een prachtig vers in de Bijbel, maar in bijna alle vertalingen verschrikkelijk en slecht vertaald. In de Engelse NKJV vertaling zegt het “en gij zult niet meer zijn voor eeuwig”, terwijl de Nederlandse NBG vertaling zegt “verdwenen zijt gij – voor altijd!”. Wat het werkelijk zegt is “er is geen jij meer tot aan eon”. Dat betekend niet “voor altijd”. Een eon is geen eeuwigheid, maar een tijdsperiode. Het heeft een gedefinieerd begin en een gedefinieerd einde, wat de eeuwigheid overduidelijk niet heeft. Betekend dit dat hij zijn identiteit en autoriteit op een bepaald punt weer krijgt? Ja. Nog eenmaal zal hij zijn autoriteit terugkrijgen. In de volgende eon.
En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk.
Openbaring 13:7
Dat laats ons zien wat hij spoedig krijgen zal. Maar het laat ook zien wat hij nu nog niet heeft! Laten we dit vers eens omkeren om te zien wat wij nu hebben, tot de tijd komt dat hij die autoriteit zal verkrijgen. Dan kunnen we iets lezen als dit: “En ons is gegeven om tegen de duivel oorlog te voeren en hem te overwinnen; en macht is ons gegeven over elke stam en natie en taal en volk”.
De regerende gemeente heeft alle autoriteit, en derhalve alle middelen, om te regeren over onze natie en steden. Geestelijk dus. Het maakt werkelijk niet uit wie er aan de macht is in de politiek. Het kan de meest slechte man zijn. Wanneer wij de overwinning hebben in de geest, dan heeft zelfs de meest slechte man geen andere keuze dan die overwinning ten uitvoer te brengen of om zijn positie te verliezen. Dat is waarom Jezus ons aangaf dat wij ons moeten onderwerpen aan de autoriteiten, zelfs wanneer zij slechte beslissingen maken. Als iets niet goed gaat, verander het dan in de geest. Weerhoud de wet/overheid ons om God te dienen? Verander het in de geest. De natuurlijk wereld moet volgen en is onderworpen aan de geestelijke wereld. Wij hebben die macht als de Regerende Gemeente. Wij kunnen ons land veranderen.
De regerende vergadering, de Ecclesia, is niet alleen beperkt tot deze aarde. Wanneer we kijken naar het grotere plaatje, dan zien we één Ecclesia, gedeeltelijk gevestigd op aarde, gedeeltelijk gevestigd in de hemel. In dit scenario kunnen we ook zien dat de geestelijke wereld parallel loopt aan de natuurlijke. Zowel de gemeente op aarde als de gemeente in de hemel zijn beiden dezelfde gemeente, hetzelfde lichaam van Christus. Allen tezamen zijn wij één. Meer dan dat, we zijn niet gescheiden, we zijn zelfs verbonden. De volgende verzen verwijzen naar de Ecclesia en naar het feit dat wij met hen verbonden zijn en één zijn.
Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, en tot een feestelijke en plechtige vergadering (het zegt hier: “Ecclesia”) van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel.
Hebreeën 12:22-24
De autoriteit is enorm en het is beschikbaar voor ons. Zoals ik eerder al vermeldde, er is een manier om die autoriteit te verliezen en dat is door zonde te begaan, wanneer we het toestaan om te continueren en om toegang te krijgen tot ons hart. We worden geacht om onze autoriteit te gebruiken om alles in lijn te brengen met het Woord van God, van onze levens tot onze natie. Alle tussenliggende gebieden zijn onze verantwoording. Als wij onze autoriteit niet gebruiken, dan doen we de wil van de Vader niet. In dat geval zijn we niet langer in lijn met het Woord van God. Op dat punt neem satan het over. Hij verspilt geen enkele mogelijkheid om macht te verkrijgen. Aangezien de Ecclesia zowel geestelijk als natuurlijk is, betekend het dat falen een effect heeft op zowel het geestelijke als het natuurlijke. Dat is waarom satan begint in de gemeentes en het is waarom Gods oordeel begint in de gemeente, alvorens Hij verder gaat met wat dan ook.
Laat me u een voorbeeld geven. Als we zonde toestaan in de gemeente (en niets doen is precies hetzelfde als toestaan), dan geven we die zonde (en de macht die we het daarmee geven) ook toegang tot de gebieden waar wij verantwoordelijk voor zijn, van onze steden tot onze naties. De vruchten die we zien gebeuren in onze naties zijn een exacte kopie van de vruchten van de gemeente in onze natie. In ons land kunnen we een hoop zonde zien die zijn toegestaan onder de vlag van “tolerantie”, wat in schril contrast staat met het Woord van God. Het is niet ons land die daar schuldig aan is. Het is de gemeente in ons land die daar schuldig aan zijn. Voor God zijn zij verantwoordelijk en ieder lid van de gemeente zal daarover verantwoording moeten afleggen, voor de rechterstoel van Christus. Een voorbeeld hiervan kan gevonden worden in Hosea 4, waar ook de oorzaak wordt vermeld.
Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten. Hoe talrijker zij werden, des te meer zondigden zij tegen Mij. Hun eer zal Ik in schande verkeren. Van de zonde van mijn volk eten zij, en op zijn ongerechtigheid zetten zij hun zinnen. En het wordt: zo priester zo volk. Daarom zal Ik zijn wandel aan hem bezoeken en zijn handel hem vergelden.
Hosea 4:6-9
Wat doet de wereld? “Van de zonde van mijn volk eten zij, en op zijn ongerechtigheid zetten zij hun zinnen.” Letterlijk spreekt dat vers over het “zonderoffer van Mijn volk” en dat de wereld hun “ziel prijst” om die reden. De enige reden waarom zonde kan verspreiden is omdat de Gemeente er niets aan heeft gedaan. Dan zegt de Bijbel: “En het wordt: zo priester zo volk.” Vanaf dat moment zijn de vruchten van de Gemeente gelijk aan de vruchten van de natie. De Gemeente is niet (altijd) de oorzaak van de zonde, maar in deze gevallen hebben ze er ook niets aan gedaan. De vrucht is helder: Zoals het de Gemeente vergaat, zo vergaat het de natie.
Soms hoor ik mensen opscheppen over de “geweldige dingen die wij als gemeente doen”. Ik heb geleerd om eerst naar de vruchten van het land te kijken. En wanneer ik naar ons eigen land kijk, Nederland, dan zie ik vrijwel alleen vruchten van harteloosheid. De natie heeft geen respect voor het leven. Geen bewogenheid met de daklozen, de weduwen of de wezen. Feitelijk worden zij zelfs uit hun huizen gezet en hun kinderen worden afgeroofd om die reden. Mensen die fouten maken en zondigen zijn getekend voor het leven, er is geen ware genade. Natuurlijk zijn er diverse lieve mensen in ons land die echt proberen om dit allemaal te veranderen, door ware bewogenheid en genade te laten zien. Maar het feit dat deze vruchten zo duidelijk zichtbaar blijven in ons land, verteld ons dat zij een minderheid in de Gemeente zijn.
Ik heb altijd gedacht dat dit een beetje overdreven was, maar toen begon ik een hoop getuigenissen te horen en realiseerde ik me dat dit overal om ons heen plaatsvind. Ik vond dat schokkend. Mijn naïeve en “in de goedheid van mensen gelovende” houding was redelijk verwoest. Wij zijn schuldig. Wij zijn verantwoordelijk. Misschien bent u één van die mensen die wel bewogenheid en genade heeft. Ik dank God voor u! En ik dank u dat u God toestaat in uw hart te werken. Maar de Gemeente, de Ecclesia, is één. Als de meerderheid onverschillig is ten opzichte van de pijn, het verdriet en de noden van mensen om hen heen, dan dragen wij allen die schuld. En als zij deze principes nog niet begrijpen, dan moeten wij het voor ze uitvoeren. Wij moeten de zondes van de gemeente en de natie voor de troon van God brengen. Wij moeten het voorbeeld uitvoeren dat Jezus ons gegeven heeft, door verantwoordelijkheid te nemen en door de schuld op ons te nemen, en door de zondes van de Gemeente en ons land te erkennen. Wij moeten onszelf vernederen en het uitroepen naar God, namens de Gemeente en het land.
De gerechtigheid van God zal hersteld worden. De wet van God zal doorgang vinden. Er zijn maar twee opties waardoor dat zal kunnen plaatsvinden. Door het oordeel van God of door de genade van God. En we weten dat genade alleen komt wanneer zondes in nederigheid worden beleden. Als niemand dat namens de Gemeente of ons land doet, dan is er maar één alternatief over, en dat is dat het oordeel van God over ons zal komen (niet te verwarren met het laatste oordeel). Dat oordeel zal in de Gemeente beginnen. Wij hebben de kennis en de macht gekregen om dat te voorkomen.
Als mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, zich verootmoedigt en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen.
2 Kronieken 7:14
Merk op dat God hier alleen spreekt over de mensen die bij Zijn naam zijn geroepen. Het is niet de natie die verantwoordelijk is. De Regerende Gemeente, de Ecclesia, draagt de verantwoordelijkheid van haar eigen lot en het lot van de natie. De vraag is: Hoe reageren wij?